Oracle BPM Business Process Management Suite 11g
State-of-the-art werken met processen.
In Optimize van juni 2007, heeft Harold Gerritsen de BPA Suite onder de
loep genomen, Oracle’s OEM versie van de ARIS Suite voor het
bedrijfskundig modelleren van processen. En nu, krap drie jaar later,
steekt Oracle met zijn eigen BPM11g ARIS naar de kroon. BPM11g
ondersteunt de modernste notatiewijzen voor processen (BPMN, BPEL),
heeft aparte tools voor business en IT en laat beide doelgroepen naar
behoefte samenwerken aan het eindproduct: een state-of-the-art
procesgestuurde SOA applicatie. Harold leidt ons rond door BPM11g.
Zowel in de Business als bij IT staat het procesdenken de laatste jaren
bovenaan de lijst. Bij grote organisaties heb je veelal te maken met
van overheidswege ingestelde toezichthouders, die op z’n minst
transparantie vragen in de uitgevoerde processen. Maar ook bij kleinere
ondernemingen wordt gedacht in processen. Al was het maar voor het goed
opzetten van Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO/IC).
Ook bij Oracle is er vanuit de Fusion strategie als vanzelf grote
aandacht ontstaan voor processen. Het wordt nu wellicht wat
filosofisch, maar het verklaart de ontwikkeling naar BPM wel volledig:
hoe minder je je focust op de applicaties zelf, en hoe meer je je
focust op de ruimte tussen de applicaties, het met elkaar verbinden
ervan, hoe meer dat de manier wordt waarop je de wereld beziet. De
informatiestroom tussen applicaties komt immers voort uit
applicatie-overstijgende processen. Bijvoorbeeld het vastleggen van de
klant in het klantproces in de CRM applicatie en vervolgens het
vastleggen van de order bij deze klant in de ERP applicatie. Dat kun je
zien als twee old-fashioned applicaties met interfacing, maar ook als
één proces, dat bij uitvoering stukjes functionaliteit gebruikt van
beide applicaties. Zo redenerend ontstaan de contouren van de
processenwereld zoals Oracle die ziet: volledig conformerend aan alle
marktstandaarden voor het vanuit bedrijfskundige optiek modelleren van
processen, maar tevens volledig geïntegreerd met de wereld van de IT.

Afb. 1: Procesmodellering in de BPM Process Composer.
Als we kijken naar het pallet IT rollen dat we de afgelopen 20 jaar hebben gehad in het software ontwikkelproces (denk aan Informatie Analist, Functioneel Ontwerper, Technisch Ontwerper, Bouwer, Tester en recenter: Architect), dan zijn de gezichtspunten van waaruit deze rollen kijken nauwelijks gewijzigd in ‘de nieuwe IT wereld’. Ofwel: ook bij het modelleren van processen en het aansluiten op de wereld van de IT zijn er verschillende doelgroepen te onderkennen met elk hun eigen kijk op de wereld en eigen behoefte aan ondersteunende tooling. Hierbij kunnen we optellen dat de producten binnen Oracle’s BPM portfolio (BPA Suite, BPEL PM, BEA’s AquaLogic BPM) nog niet optimaal waren gepositioneerd door overlap in functionaliteit. En minstens zo belangrijk, de mogelijkheden van social networks in de privésfeer (MSN, Hyves, Facebook), willen we inmiddels ook wel terugvinden in onze zakelijke omgeving. En daarmee hebben we het plaatje al redelijk helder van de behoefte die heeft geleid tot Oracle BPM 11g.
Een jaar geleden gaf Oracle tijdens de OpenWorld al aan welke plannen het had om zijn BPEL PM product komend jaar te gaan ‘unificeren’ met AquaLogic BPM. Bruce Silver, één van de belangrijkste BPM thoughtleaders in de ARIS en SAP wereld, tekende daags na de OpenWorld deze roadmap helder op in z’n blog (zie Referenties). Ruim een half jaar later had Oracle de geschetste roadmap echter al volledig uitgevoerd. Op 27 april jl. lanceerde Oracle de BPM Suite 11g op OTN met als credo: Unified, Complete and Social. Het mag gezegd: het product is indrukwekkend! IDS Scheer heeft er bijna 25 jaar over gedaan om het ARIS platform te maken tot wat het nu is. Met BPM11g komt Oracle het businessdeel van ARIS wel erg dicht op de hielen.
Niets is zo hinderlijk als je wilt gaan werken met een product of tool, als het uitsluitend kunnen terugvallen op marketingdocumenten in plaats van goede, doelgroepgerichte documentatie. Wat dat betreft kunnen liefhebbers hun borst natmaken. De documentatie is over het algemeen voortreffelijk. Door in de Fusion Middleware Documentation Library met ‘Choose your view’ te kiezen voor Product Area ‘SOA Suite, Business Process Management Suite, and Web Services’ navigeer je al snel naar het specifieke aandachtsgebied ‘Oracle Business Process Management Suite’ (zie afbeelding 2 en Referenties). Voor hen die nog nooit een blik hebben geworpen op de Documentation Library: de inhoud is vormgegeven in HTML, maar op vrijwel elke pagina staat rechtsbovenin een subtiele hyperlink naar de pdf-versie van de complete manual. Voor de BPM Suite staan er zeven manuals, elk op een eigen doelgroep gericht. Drie daarvan zijn voor de doelgroep belast met infrastructuur, achtereenvolgens de Installation Guide, Quick Installation Guide en Enterprise Deployment Guide. Deze laatste beschrijft hoe de configuratie van alle betrokken servers en geïnstalleerde producten er idealiter uitziet om een hoog beschikbare omgeving te creëren, in staat om BPM met een betrouwbaarheid voor volwaardig Enterprise gebruik neer te zetten. De vierde manual, de Administrator’s Guide is uiteraard gericht op beheerders van de BPM en SOA omgeving.

Afb. 2: Ruim 1650 pagina’s BPM documentatie in de Document Library.
De resterende drie manuals zijn verplichte kost voor de doelgroepen die zich bezig houden met procesontwikkeling: de User’s Guide, de User’s Guide for Business Process Composer en de Modeling and Implementation Guide. Alles bij elkaar ruim 700 pagina’s (van de ongeveer 1650 pagina’s voor alle 7 manuals). Maar het goede nieuws: bepaalde kennis komt door de doelgroepgerichte benadering voor in meerdere manuals. De User’s Guide beschrijft het werken met BPM vanuit de optiek van de eindgebruiker die werkt binnen de context van een proces (in BPM termen: Process Participant). Het voor hem zichtbare deel van het proces betekent de toepassing van Human Workflow, compleet met takenlijsten, maar ook het social networking aspect. Hierbij kunnen eindgebruikers bijvoorbeeld een community opbouwen met anderen die betrokken zijn bij dezelfde delen van het uitgevoerde proces. Gevoel krijgen bij hoe deze doelgroep (eigenlijk: de klant) BPM toepassingen ervaart is onmisbaar voor het maken van goede BPM oplossingen. De twee laatste manuals in deze categorie zijn voor twee verschillende doelgroepen die zich bezig houden met procesontwikkeling: de procesanalist en de procesontwikkelaar. Hierbij is de analist de meer bedrijfskundige procesontwerper en is de procesontwikkelaar de doelgroep die zich primair bezighoudt met de aansluiting op IT (in BPM termen: die de implementatie toevoegt aan het proces). De doelgroepbenadering is zelfs zo extreem uitgevoerd dat Oracle als onderdeel van BPM 11g twee verschillende tools heeft ontwikkeld voor het modelleren van processen door deze doelgroepen. En uiteraard is daarbij goed nagedacht hoe de benodigde functionaliteit verdeeld moest worden over beide tools en hoe beide ‘soorten’ procesdenkers met elkaar moeten samenwerken en op elkaars werk voortbouwen.
In afbeelding 3 zien we de verschillende onderdelen van de BPM Suite, grofweg in te delen in de gebruiksomgevingen en het runtime platform.
Achtereenvolgens zien we als gebruiksomgevingen:
• BPM Studio
• Business Process Composer
• Metadata Service (MDS) Repository
• BPM WorkSpace
Dit alles draait op het runtime platform met natuurlijk reïncarnaties van oude bekenden. De platformstack van onder naar boven benoemend:
• WebLogic Server
• SOA Composite Applications
• Rules Engine
• Human Workflow Engine
• Process Core met process engine voor zowel BPMN als BPEL processen
De platformstack wordt tot slot beheerd met behulp van de Enterprise Manager.

Afb. 3: Architectuur van de Oracle BPM Suite.
Het belangrijkste van het runtime platform is het feit dat het daadwerkelijk een Unified platform is geworden. Om Bruce Silver te citeren: ‘My conclusion is that Oracle is showing the rest of the world the right way to do software acquisitions. BPM is progressing along the path of “interoperate integrate unify” that Oracle claims it tries to follow with all of its acquisitions’. Elk onderdeel van de BPM stack is immers door overname van weer een andere leverancier ingevuld, gevolgd door een vast ritueel voor de inlijving. Zo presenteert Oracle na elke grote overname een 100-dagen release waarbij de strategie wordt gepresenteerd welke keuzes Oracle gaat maken bij overlap in functionaliteit, welke producten of features obsolete worden en hoe de producten onderling worden gepositioneerd en naar elkaar toe gaan groeien. Daarna volgen opeenvolgende releases waarin de producten achtereenvolgens samenwerken, integreren en tot slot volledig complementair in dezelfde technologiestack worden vormgegeven. Maar in april 2008, bij de overname van B.E.A., plaatsten zelfs de grootste optimisten vraagtekens of Oracle zich bij deze overname niet zou verslikken. Nooit eerder had Oracle een partij overgenomen met een zo grote overlap in functionaliteit van middleware producten als bij de overname van B.E.A. Maar dit huzarenstukje heeft Oracle dus volledig weten te klaren in een tijdsbestek van 24 maanden, precies twee jaar! De complete stack ziet er daarbij nu precies zo uit als wanneer Oracle hem van scratch af aan compleet zelf had ontwikkeld. En omdat Oracle vrijwel zonder uitzondering ‘Leaders’ acquireert uit Gartner’s Magic Quadrant, biedt de stack niet alleen op onderdelen het beste. Maar is de som der delen ook nog open, stabiel en bovendien snel.
De grootste klus die Oracle voor een unified platform te klaren had, was de logische samensmelting van BPEL en BPMN. Na de overname van Collaxa in 2004 had Oracle z’n zinnen volledig gezet op de open standaard BPEL voor de uitvoering van processen. Deze standaard was eigenlijk bottom up ontstaan rondom het orkestreren (=vanuit een regisserend proces aanroepen) van webservices. Vanuit de bedrijfskundige hoek ontstond niet veel later een andere open standaard: BPMN. Inmiddels zijn de recentste versies van beide procesmodelleringstalen vrijwel gelijkwaardig qua functionaliteit, en hebben ze beide een grote acceptatie in de markt. Kortom: het is geen kwestie meer van kiezen, maar van beide ondersteunen. In Oracle BPM is het mogelijk processen te modelleren in beide talen, en kunnen deze processen elkaar over en weer naadloos aanroepen. Een belangrijke reden om voor één van beide te kiezen is het soort proces. Eén van de weinige verschillen tussen beide is dat je in BPMN in staat bent terug te gaan naar een voorgaande activiteit in het proces. BPEL kent geen ‘goto’. Verder is het belangrijk de adoptiegraad in de markt van beide talen te blijven volgen. Wat dat betreft lijkt BPMN iets betere kaarten te hebben. Voortbordurend op BPMN is het een kleine stap om te gaan kijken naar de verschillende gebruikersomgevingen in de BPM Suite.
De eerste van de drie gebruiksomgevingen is BPM Studio. De benaming zal bij de meeste ontwikkelaars direct doen denken aan de IDE van Microsoft, Visual Studio. BPM Studio wordt exact zo gepositioneerd. De gebruiker ervan is de procesdeveloper die hiermee een procesontwikkelomgeving heeft waar de meest uitgebreide mogelijkheden worden geboden. BPM Studio is -niet verrassend- de bestaande JDeveloper, uitgebreid met een editor voor BPMN modellering (zie afbeelding 4). Bij het starten dient te worden opgegeven met welke rol de gebruiker van de IDE aan het werk gaat. Afhankelijk van de gekozen rol wordt, zoals we dat al kennen van JDeveloper, alle overbodige IDE functionaliteit verborgen zodat alleen de relevante procesgerelateerde features overblijven. De belangrijkste rol die BPM Studio zal gebruiken is de ‘process developer’. Deze rol heeft vaak kennis van het realiseren van services, maar in ieder geval kennis van het aanroepen daarvan vanuit processtappen. Zoals we binnen BPEL services konden aanroepen door het definiëren van zogenaamde ‘Partner Links’, zo kunnen we in BPMN2.0 services aanroepen door de implementatie-eigenschappen te vullen van een processtap van het type ‘Service Task’. Hierin kunnen vervolgens andere BPMN processen worden aangeroepen, BPEL processen en meer dan 16 verschillende met behulp van een SOA service adapter ontsloten zaken zoals ADF-BC services, Advanced Queueing, BAM Adapters, FTP, HTTP etc.

Afb. 4: Procesmodellering in BPM Studio.
Nieuw in BPM is een krachtig concept dat we zeker moeten noemen: het kunnen definiëren van Guided Business Processes. Deze worden gemodelleerd als een soort Activity Guide waarin verschillende zogenaamde Milestones kunnen worden onderkend. Deze milestones zijn in feite kleine bundels van (human workflow) taken zoals de gebruiker die kent. Door middel van dit mechanisme kunnen BPMN of BPEL processen die vaak uit vele detailstappen bestaan op een veel hoger abstractieniveau grafisch worden getoond aan de gebruiker. De gebruiker krijgt zo inzicht in welke high level activiteit hij zit (leidend tot een bepaalde milestone) en wat de rol van zijn taak is in het totale proces. Oracle heeft hierbij goed geluisterd naar feedback over het toepassen van human workflow in de praktijk. Het blijkt dat de behoefte aan inzicht in de context van de uitgevoerde taak toeneemt met het opleidingsniveau van de eindgebruiker. Toepassen van Guided Business Processes zal dan ook met name bij Business Professionals sterk bijdragen aan de acceptatiegraad van human workflow gestuurde systemen.
Tot dusver beschouwen we BPM Studio louter als procesmodelleer omgeving. Maar juist bij de aansluiting op de IT onderscheidt Oracle zich. Ontwikkelaars die al met JDeveloper11g hebben gewerkt zijn reeds bekend met het begrip SOA Composite en de bijbehorende SOA Composite editor. De SOA Composite is de eenheid van deployment van een SOA applicatie. Een Composite Application is een combinatie van stukjes proces, business rules, gebruikerstaken (human workflow), services en zogenaamde mediators. Deze laatste categorie levert functionaliteit vergelijkbaar met een service bus, zoals transformatie. Bij de procesflow tussen componenten onderling (dus binnen de composiet), kan deze transformatie-functionaliteit zodoende worden aangewend zonder buiten de grenzen van de composiet te treden. Dit is uiteraard sneller met bovendien minder afhankelijkheden met ‘de wereld buiten de composiet’.De SOA Composite is ook de eenheid die je gebruikt om een BPM project te deployen. Door de betreffende SOA Composite te openen met de Composite editor (zie afbeelding 5), wordt de situatie getoond hoe je proces afhankelijk is van andere componenten die in het BPM project worden gebruikt.

Afb. 5: Composite Application met BPMN proces en SOA Componenten.
In de praktijk zal de aansluiting van Business op IT alleen van de grond komen als er nauwe samenwerking is, of beter nog: wordt voortgeborduurd op elkaars werk, tussen procesanalisten en procesontwikkelaars. De gebruiksomgevingen bieden hier uitgebreide mogelijkheden voor. Hierbij zijn verschillende scenario’s mogelijk, waarbij de overdracht van de BPM projecten plaatsvindt via opslag in de Metadata Service Repository. Er zijn varianten waarbij in de BPA Suite wordt begonnen (aanvullend te licenseren naast de BPM Suite), varianten waarbij in de hierna besproken Process Composer wordt begonnen, of die waarbij wordt gestart in BPM Studio. Als wordt begonnen in Process Composer, dan is dat in de vorm van een globale process blueprint die binnen BPM Studio wordt verrijkt met bijvoorbeeld implementatiedetails. Andersom biedt BPM Studio de mogelijkheid BPM projecten aan te bieden aan Process Composer in de vorm van een Project Template waarop Edit Clausules zijn gedefinieerd. Hiermee kan selectief worden bepaald welke zaken door de procesanalist nog te veranderen zijn en welke niet.
De tweede van de drie gebruiksomgevingen is Business Process Composer. Dit is de omgeving waarin Proces Analisten zoals gezegd kunnen voortbouwen op de voorzet door procesontwikkelaars, of op hun beurt een voorzet kunnen doen voor procesontwikkelaars om het proces verder vorm te geven. Process Composer is een webbased tool die bestaat uit onder andere de MDS Browser (zie afbeelding 6) waarmee door de Metadata Service Repository genavigeerd kan worden, en de Process Editor (zie afbeelding 1) waarmee een proces daadwerkelijk gemodelleerd kan worden. Juist door het gebruik van een laagdrempelig tool zonder ballast voor de bedrijfskundige, betreedt Oracle hier effectief het business domein. Zoals we in afbeelding 1 kunnen zien, zijn bepaalde delen van het proces in dit geval met de eerder genoemde Edit Clausules gesealed, gevisualiseerd door het hangslot als watermerk in het procesmodel. Naast het procesmodel kunnen met dit tool ook de business rules door de business worden onderhouden, iets wat in eerdere releases nog met de Rules Author dialoog diende te gebeuren.
In afbeelding 6 zien we links een opengeklapte ‘Remote Control’. Hieraan is te zien dat de MDS Browser is vormgegeven met behulp van de hierarchy viewer, een van de nieuwe features van het Rich Client Framework van JDeveloper/ADF11g.De korte beschouwing op deze plaats van de Process Composer doet eigenlijk te weinig recht aan deze tool. Het oogt fraai, en de gebruikersvriendelijkheid van de (webbased!) process editor doet niet onder voor de variant in BPM Studio. Ik denk dat Oracle hiermee voor het eerst een niet technisch publiek zal weten te bereiken!

Afb. 6: Metadata Service Browser in Business Process Composer.
De derde en laatste gebruiksomgeving is BPM Workspace. Dit is niet een omgeving waarin procesanalisten of procesontwikkelaars bezig zijn met het vormgeven van processen. Dit is de omgeving ‘waar we het voor doen’! Deze omgeving stelt de eindgebruikers in staat te werken binnen de context van een proces. De workspace is een webapplicatie waarin gebruikers d.m.v. drie tabs toegang hebben tot achtereenvolgens hun takenlijst (‘Tasks’), mogelijkheden om de lopende processen te kunnen volgen (‘Processtracking’) en dashboards met standaard rapportages en grafieken rondom de uitgevoerde processen (‘Standard dashboards’), zie afbeelding 7. Daarnaast kunnen gebruikers in Workspace hun vakantiekalender aangeven of een eigen Rule definiëren om hun taken bijvoorbeeld automatisch op basis van bepaalde condities toe te wijzen of te delegeren aan andere gebruikers of rollen. Nauw aan BPM Workspace gelieerd is de vervlechting met WebCenter. Onder de naam BPM Process Spaces wordt hiermee de mogelijkheid geboden om een community te creëren met gelijkgestemden, bijvoorbeeld mensen uit dezelfde procesuitvoerdersgroep. Hierbij kan als context worden genavigeerd naar een bepaald proces, en kan onderin het scherm bijvoorbeeld worden deelgenomen aan diverse fora bij dat proces.

Afb. 7: BPM Workspace eindgebruikersomgeving.
In de documentatie positioneert Oracle de BPA Suite bovenop de BPM Suite. Maar voorheen was de noodzaak groter om de BPA Suite aan te schaffen. Alleen in BPA kon je BPMN modelleren, vervolgens een zogenaamde BPEL Blueprint genereren, dit openen in JDeveloper en wijzigingen weer de weg terug sturen om het BPMN model in BPA te consolideren. AquaLogic BPM kon beide niet: het zag er zeker wel uit als BPMN, maar gebruikte intern XPDL als beschrijvende taal waardoor het alleen draaide op WebLogic met z’n interne XPDL-engine. Dus het was óf de combinatie van BPA en BPEL, óf AquaLogic met XPDL.Met het huidige BPM portfolio wordt alles net even anders. BPA kan prima bovenop BPM, maar dan is het onderscheidende niet meer het overweg kunnen met BPMN als modelleringstaal. Zeker, je kunt prima BPMN modelleren in BPA en dat 1 op 1 verder modelleren in de vorm van BPMN in de BPM Suite, maar de toegevoegde waarde is dan vanzelfsprekend wel minder. Sterker nog: Oracle BPM rukt op naar de functionaliteit van de BPA Suite. Het meest onderscheidende op dit moment is de vastlegging die BPA ondersteunt van de echt bedrijfskundige aspecten, de zogenaamde business architectuur artefacten. Hierbij valt te denken aan strategische doelen, high level KPI’s, risks en controls en conceptuele modellen zoals Porter’s Value Chain Diagrams. Vervolgens kan met de BPA Suite ook de alignment van de processen op de business architectuur worden gemodelleerd. Bedrijven die deze bedrijfskundige benadering van hun organisatie niet hanteren, zullen daarom uitstekend zonder BPA uit de voeten kunnen. Voor de andere categorie bedrijven blijft BPA in aanvulling op de BPM Suite op dit moment z’n geld zeker waard.
Oracle heeft met BPM11g weer z’n visitekaartje afgegeven van het succesvol samensmelten van productstacks van acquisities. De evolutie van meer dan 5 jaar BPEL ontwikkeling is daarbij effectief gecombineerd met de look en feel en human workflow capaciteiten van AquaLogic BPM. Het resulterende product is bovendien uitgebreid met ondersteuning voor ‘de andere marktstandaard voor procesmodellering’, BPMN2.0. En zoals het software van de laatste generatie betaamt, ontbreken ook de social networking faciliteiten niet. Maar wellicht het meest in het oog springende is toch wel dat Oracle er voor heeft gekozen twee verschillende tools te maken binnen BPM. Allereerst BPM Studio, gebaseerd op JDeveloper en gericht op de bestaande SOA ontwikkelaar. Maar daarnaast het webbased procesmodelleringstool BPM Process Composer gericht op de meer bedrijfskundige procesanalist. Doordat vanuit beide tools kan worden voortgebouwd op werk gedaan in het andere tool, is er grote synergie van werkzaamheden van beide doelgroepen. Oracle krijgt het daarmee daadwerkelijk voor elkaar een brug te slaan tussen Business en IT.
Kortom: Business, teken je droomproces. IT brengt het wel tot leven!
Referenties
1) Bruce Silver’s Oracle BPM Roadmap daags na OpenWorld 2009.
https://www.brsilver.com/2008/09/26/oracle-bpm-roadmap/
2) Oracle BPM product documentatie.
https://www.oracle.com/us/technologies/bpm/index.html
https://www.oracle.com/technology/products/bpm/index.html
3) Oracle BPM product manuals.
https://download.oracle.com/docs/cd/E14571_01/soa.htm
4) Oracle BPM product downloads.
https://www.oracle.com/technetwork/middleware/bpm/downloads/index.html
Kijk voor alle publicaties op https://www.anewlink.nl/ict/nl/publicaties/
(c) september 2010, A New Link bv, www.anewlink.nl.

Afb. 1: Procesmodellering in de BPM Process Composer.
De behoefte achter BPM 11g
Als we kijken naar het pallet IT rollen dat we de afgelopen 20 jaar hebben gehad in het software ontwikkelproces (denk aan Informatie Analist, Functioneel Ontwerper, Technisch Ontwerper, Bouwer, Tester en recenter: Architect), dan zijn de gezichtspunten van waaruit deze rollen kijken nauwelijks gewijzigd in ‘de nieuwe IT wereld’. Ofwel: ook bij het modelleren van processen en het aansluiten op de wereld van de IT zijn er verschillende doelgroepen te onderkennen met elk hun eigen kijk op de wereld en eigen behoefte aan ondersteunende tooling. Hierbij kunnen we optellen dat de producten binnen Oracle’s BPM portfolio (BPA Suite, BPEL PM, BEA’s AquaLogic BPM) nog niet optimaal waren gepositioneerd door overlap in functionaliteit. En minstens zo belangrijk, de mogelijkheden van social networks in de privésfeer (MSN, Hyves, Facebook), willen we inmiddels ook wel terugvinden in onze zakelijke omgeving. En daarmee hebben we het plaatje al redelijk helder van de behoefte die heeft geleid tot Oracle BPM 11g.
Een jaar geleden gaf Oracle tijdens de OpenWorld al aan welke plannen het had om zijn BPEL PM product komend jaar te gaan ‘unificeren’ met AquaLogic BPM. Bruce Silver, één van de belangrijkste BPM thoughtleaders in de ARIS en SAP wereld, tekende daags na de OpenWorld deze roadmap helder op in z’n blog (zie Referenties). Ruim een half jaar later had Oracle de geschetste roadmap echter al volledig uitgevoerd. Op 27 april jl. lanceerde Oracle de BPM Suite 11g op OTN met als credo: Unified, Complete and Social. Het mag gezegd: het product is indrukwekkend! IDS Scheer heeft er bijna 25 jaar over gedaan om het ARIS platform te maken tot wat het nu is. Met BPM11g komt Oracle het businessdeel van ARIS wel erg dicht op de hielen.
Lezen!
Niets is zo hinderlijk als je wilt gaan werken met een product of tool, als het uitsluitend kunnen terugvallen op marketingdocumenten in plaats van goede, doelgroepgerichte documentatie. Wat dat betreft kunnen liefhebbers hun borst natmaken. De documentatie is over het algemeen voortreffelijk. Door in de Fusion Middleware Documentation Library met ‘Choose your view’ te kiezen voor Product Area ‘SOA Suite, Business Process Management Suite, and Web Services’ navigeer je al snel naar het specifieke aandachtsgebied ‘Oracle Business Process Management Suite’ (zie afbeelding 2 en Referenties). Voor hen die nog nooit een blik hebben geworpen op de Documentation Library: de inhoud is vormgegeven in HTML, maar op vrijwel elke pagina staat rechtsbovenin een subtiele hyperlink naar de pdf-versie van de complete manual. Voor de BPM Suite staan er zeven manuals, elk op een eigen doelgroep gericht. Drie daarvan zijn voor de doelgroep belast met infrastructuur, achtereenvolgens de Installation Guide, Quick Installation Guide en Enterprise Deployment Guide. Deze laatste beschrijft hoe de configuratie van alle betrokken servers en geïnstalleerde producten er idealiter uitziet om een hoog beschikbare omgeving te creëren, in staat om BPM met een betrouwbaarheid voor volwaardig Enterprise gebruik neer te zetten. De vierde manual, de Administrator’s Guide is uiteraard gericht op beheerders van de BPM en SOA omgeving.

Afb. 2: Ruim 1650 pagina’s BPM documentatie in de Document Library.
Verplichte kost
De resterende drie manuals zijn verplichte kost voor de doelgroepen die zich bezig houden met procesontwikkeling: de User’s Guide, de User’s Guide for Business Process Composer en de Modeling and Implementation Guide. Alles bij elkaar ruim 700 pagina’s (van de ongeveer 1650 pagina’s voor alle 7 manuals). Maar het goede nieuws: bepaalde kennis komt door de doelgroepgerichte benadering voor in meerdere manuals. De User’s Guide beschrijft het werken met BPM vanuit de optiek van de eindgebruiker die werkt binnen de context van een proces (in BPM termen: Process Participant). Het voor hem zichtbare deel van het proces betekent de toepassing van Human Workflow, compleet met takenlijsten, maar ook het social networking aspect. Hierbij kunnen eindgebruikers bijvoorbeeld een community opbouwen met anderen die betrokken zijn bij dezelfde delen van het uitgevoerde proces. Gevoel krijgen bij hoe deze doelgroep (eigenlijk: de klant) BPM toepassingen ervaart is onmisbaar voor het maken van goede BPM oplossingen. De twee laatste manuals in deze categorie zijn voor twee verschillende doelgroepen die zich bezig houden met procesontwikkeling: de procesanalist en de procesontwikkelaar. Hierbij is de analist de meer bedrijfskundige procesontwerper en is de procesontwikkelaar de doelgroep die zich primair bezighoudt met de aansluiting op IT (in BPM termen: die de implementatie toevoegt aan het proces). De doelgroepbenadering is zelfs zo extreem uitgevoerd dat Oracle als onderdeel van BPM 11g twee verschillende tools heeft ontwikkeld voor het modelleren van processen door deze doelgroepen. En uiteraard is daarbij goed nagedacht hoe de benodigde functionaliteit verdeeld moest worden over beide tools en hoe beide ‘soorten’ procesdenkers met elkaar moeten samenwerken en op elkaars werk voortbouwen.
Architectuur van de BPM Suite
In afbeelding 3 zien we de verschillende onderdelen van de BPM Suite, grofweg in te delen in de gebruiksomgevingen en het runtime platform.
Achtereenvolgens zien we als gebruiksomgevingen:
• BPM Studio
• Business Process Composer
• Metadata Service (MDS) Repository
• BPM WorkSpace
Dit alles draait op het runtime platform met natuurlijk reïncarnaties van oude bekenden. De platformstack van onder naar boven benoemend:
• WebLogic Server
• SOA Composite Applications
• Rules Engine
• Human Workflow Engine
• Process Core met process engine voor zowel BPMN als BPEL processen
De platformstack wordt tot slot beheerd met behulp van de Enterprise Manager.

Afb. 3: Architectuur van de Oracle BPM Suite.
Unified Service Platform
Het belangrijkste van het runtime platform is het feit dat het daadwerkelijk een Unified platform is geworden. Om Bruce Silver te citeren: ‘My conclusion is that Oracle is showing the rest of the world the right way to do software acquisitions. BPM is progressing along the path of “interoperate integrate unify” that Oracle claims it tries to follow with all of its acquisitions’. Elk onderdeel van de BPM stack is immers door overname van weer een andere leverancier ingevuld, gevolgd door een vast ritueel voor de inlijving. Zo presenteert Oracle na elke grote overname een 100-dagen release waarbij de strategie wordt gepresenteerd welke keuzes Oracle gaat maken bij overlap in functionaliteit, welke producten of features obsolete worden en hoe de producten onderling worden gepositioneerd en naar elkaar toe gaan groeien. Daarna volgen opeenvolgende releases waarin de producten achtereenvolgens samenwerken, integreren en tot slot volledig complementair in dezelfde technologiestack worden vormgegeven. Maar in april 2008, bij de overname van B.E.A., plaatsten zelfs de grootste optimisten vraagtekens of Oracle zich bij deze overname niet zou verslikken. Nooit eerder had Oracle een partij overgenomen met een zo grote overlap in functionaliteit van middleware producten als bij de overname van B.E.A. Maar dit huzarenstukje heeft Oracle dus volledig weten te klaren in een tijdsbestek van 24 maanden, precies twee jaar! De complete stack ziet er daarbij nu precies zo uit als wanneer Oracle hem van scratch af aan compleet zelf had ontwikkeld. En omdat Oracle vrijwel zonder uitzondering ‘Leaders’ acquireert uit Gartner’s Magic Quadrant, biedt de stack niet alleen op onderdelen het beste. Maar is de som der delen ook nog open, stabiel en bovendien snel.
BPEL en BPMN
De grootste klus die Oracle voor een unified platform te klaren had, was de logische samensmelting van BPEL en BPMN. Na de overname van Collaxa in 2004 had Oracle z’n zinnen volledig gezet op de open standaard BPEL voor de uitvoering van processen. Deze standaard was eigenlijk bottom up ontstaan rondom het orkestreren (=vanuit een regisserend proces aanroepen) van webservices. Vanuit de bedrijfskundige hoek ontstond niet veel later een andere open standaard: BPMN. Inmiddels zijn de recentste versies van beide procesmodelleringstalen vrijwel gelijkwaardig qua functionaliteit, en hebben ze beide een grote acceptatie in de markt. Kortom: het is geen kwestie meer van kiezen, maar van beide ondersteunen. In Oracle BPM is het mogelijk processen te modelleren in beide talen, en kunnen deze processen elkaar over en weer naadloos aanroepen. Een belangrijke reden om voor één van beide te kiezen is het soort proces. Eén van de weinige verschillen tussen beide is dat je in BPMN in staat bent terug te gaan naar een voorgaande activiteit in het proces. BPEL kent geen ‘goto’. Verder is het belangrijk de adoptiegraad in de markt van beide talen te blijven volgen. Wat dat betreft lijkt BPMN iets betere kaarten te hebben. Voortbordurend op BPMN is het een kleine stap om te gaan kijken naar de verschillende gebruikersomgevingen in de BPM Suite.
Oracle BPM Studio
De eerste van de drie gebruiksomgevingen is BPM Studio. De benaming zal bij de meeste ontwikkelaars direct doen denken aan de IDE van Microsoft, Visual Studio. BPM Studio wordt exact zo gepositioneerd. De gebruiker ervan is de procesdeveloper die hiermee een procesontwikkelomgeving heeft waar de meest uitgebreide mogelijkheden worden geboden. BPM Studio is -niet verrassend- de bestaande JDeveloper, uitgebreid met een editor voor BPMN modellering (zie afbeelding 4). Bij het starten dient te worden opgegeven met welke rol de gebruiker van de IDE aan het werk gaat. Afhankelijk van de gekozen rol wordt, zoals we dat al kennen van JDeveloper, alle overbodige IDE functionaliteit verborgen zodat alleen de relevante procesgerelateerde features overblijven. De belangrijkste rol die BPM Studio zal gebruiken is de ‘process developer’. Deze rol heeft vaak kennis van het realiseren van services, maar in ieder geval kennis van het aanroepen daarvan vanuit processtappen. Zoals we binnen BPEL services konden aanroepen door het definiëren van zogenaamde ‘Partner Links’, zo kunnen we in BPMN2.0 services aanroepen door de implementatie-eigenschappen te vullen van een processtap van het type ‘Service Task’. Hierin kunnen vervolgens andere BPMN processen worden aangeroepen, BPEL processen en meer dan 16 verschillende met behulp van een SOA service adapter ontsloten zaken zoals ADF-BC services, Advanced Queueing, BAM Adapters, FTP, HTTP etc.

Afb. 4: Procesmodellering in BPM Studio.
Nieuw in BPM is een krachtig concept dat we zeker moeten noemen: het kunnen definiëren van Guided Business Processes. Deze worden gemodelleerd als een soort Activity Guide waarin verschillende zogenaamde Milestones kunnen worden onderkend. Deze milestones zijn in feite kleine bundels van (human workflow) taken zoals de gebruiker die kent. Door middel van dit mechanisme kunnen BPMN of BPEL processen die vaak uit vele detailstappen bestaan op een veel hoger abstractieniveau grafisch worden getoond aan de gebruiker. De gebruiker krijgt zo inzicht in welke high level activiteit hij zit (leidend tot een bepaalde milestone) en wat de rol van zijn taak is in het totale proces. Oracle heeft hierbij goed geluisterd naar feedback over het toepassen van human workflow in de praktijk. Het blijkt dat de behoefte aan inzicht in de context van de uitgevoerde taak toeneemt met het opleidingsniveau van de eindgebruiker. Toepassen van Guided Business Processes zal dan ook met name bij Business Professionals sterk bijdragen aan de acceptatiegraad van human workflow gestuurde systemen.
BPM Studio en SOA Composites
Tot dusver beschouwen we BPM Studio louter als procesmodelleer omgeving. Maar juist bij de aansluiting op de IT onderscheidt Oracle zich. Ontwikkelaars die al met JDeveloper11g hebben gewerkt zijn reeds bekend met het begrip SOA Composite en de bijbehorende SOA Composite editor. De SOA Composite is de eenheid van deployment van een SOA applicatie. Een Composite Application is een combinatie van stukjes proces, business rules, gebruikerstaken (human workflow), services en zogenaamde mediators. Deze laatste categorie levert functionaliteit vergelijkbaar met een service bus, zoals transformatie. Bij de procesflow tussen componenten onderling (dus binnen de composiet), kan deze transformatie-functionaliteit zodoende worden aangewend zonder buiten de grenzen van de composiet te treden. Dit is uiteraard sneller met bovendien minder afhankelijkheden met ‘de wereld buiten de composiet’.De SOA Composite is ook de eenheid die je gebruikt om een BPM project te deployen. Door de betreffende SOA Composite te openen met de Composite editor (zie afbeelding 5), wordt de situatie getoond hoe je proces afhankelijk is van andere componenten die in het BPM project worden gebruikt.

Afb. 5: Composite Application met BPMN proces en SOA Componenten.
Samenwerking
In de praktijk zal de aansluiting van Business op IT alleen van de grond komen als er nauwe samenwerking is, of beter nog: wordt voortgeborduurd op elkaars werk, tussen procesanalisten en procesontwikkelaars. De gebruiksomgevingen bieden hier uitgebreide mogelijkheden voor. Hierbij zijn verschillende scenario’s mogelijk, waarbij de overdracht van de BPM projecten plaatsvindt via opslag in de Metadata Service Repository. Er zijn varianten waarbij in de BPA Suite wordt begonnen (aanvullend te licenseren naast de BPM Suite), varianten waarbij in de hierna besproken Process Composer wordt begonnen, of die waarbij wordt gestart in BPM Studio. Als wordt begonnen in Process Composer, dan is dat in de vorm van een globale process blueprint die binnen BPM Studio wordt verrijkt met bijvoorbeeld implementatiedetails. Andersom biedt BPM Studio de mogelijkheid BPM projecten aan te bieden aan Process Composer in de vorm van een Project Template waarop Edit Clausules zijn gedefinieerd. Hiermee kan selectief worden bepaald welke zaken door de procesanalist nog te veranderen zijn en welke niet.
Oracle Business Process Composer
De tweede van de drie gebruiksomgevingen is Business Process Composer. Dit is de omgeving waarin Proces Analisten zoals gezegd kunnen voortbouwen op de voorzet door procesontwikkelaars, of op hun beurt een voorzet kunnen doen voor procesontwikkelaars om het proces verder vorm te geven. Process Composer is een webbased tool die bestaat uit onder andere de MDS Browser (zie afbeelding 6) waarmee door de Metadata Service Repository genavigeerd kan worden, en de Process Editor (zie afbeelding 1) waarmee een proces daadwerkelijk gemodelleerd kan worden. Juist door het gebruik van een laagdrempelig tool zonder ballast voor de bedrijfskundige, betreedt Oracle hier effectief het business domein. Zoals we in afbeelding 1 kunnen zien, zijn bepaalde delen van het proces in dit geval met de eerder genoemde Edit Clausules gesealed, gevisualiseerd door het hangslot als watermerk in het procesmodel. Naast het procesmodel kunnen met dit tool ook de business rules door de business worden onderhouden, iets wat in eerdere releases nog met de Rules Author dialoog diende te gebeuren.
In afbeelding 6 zien we links een opengeklapte ‘Remote Control’. Hieraan is te zien dat de MDS Browser is vormgegeven met behulp van de hierarchy viewer, een van de nieuwe features van het Rich Client Framework van JDeveloper/ADF11g.De korte beschouwing op deze plaats van de Process Composer doet eigenlijk te weinig recht aan deze tool. Het oogt fraai, en de gebruikersvriendelijkheid van de (webbased!) process editor doet niet onder voor de variant in BPM Studio. Ik denk dat Oracle hiermee voor het eerst een niet technisch publiek zal weten te bereiken!

Afb. 6: Metadata Service Browser in Business Process Composer.
Oracle BPM Workspace
De derde en laatste gebruiksomgeving is BPM Workspace. Dit is niet een omgeving waarin procesanalisten of procesontwikkelaars bezig zijn met het vormgeven van processen. Dit is de omgeving ‘waar we het voor doen’! Deze omgeving stelt de eindgebruikers in staat te werken binnen de context van een proces. De workspace is een webapplicatie waarin gebruikers d.m.v. drie tabs toegang hebben tot achtereenvolgens hun takenlijst (‘Tasks’), mogelijkheden om de lopende processen te kunnen volgen (‘Processtracking’) en dashboards met standaard rapportages en grafieken rondom de uitgevoerde processen (‘Standard dashboards’), zie afbeelding 7. Daarnaast kunnen gebruikers in Workspace hun vakantiekalender aangeven of een eigen Rule definiëren om hun taken bijvoorbeeld automatisch op basis van bepaalde condities toe te wijzen of te delegeren aan andere gebruikers of rollen. Nauw aan BPM Workspace gelieerd is de vervlechting met WebCenter. Onder de naam BPM Process Spaces wordt hiermee de mogelijkheid geboden om een community te creëren met gelijkgestemden, bijvoorbeeld mensen uit dezelfde procesuitvoerdersgroep. Hierbij kan als context worden genavigeerd naar een bepaald proces, en kan onderin het scherm bijvoorbeeld worden deelgenomen aan diverse fora bij dat proces.

Afb. 7: BPM Workspace eindgebruikersomgeving.
En de BPA Suite?
In de documentatie positioneert Oracle de BPA Suite bovenop de BPM Suite. Maar voorheen was de noodzaak groter om de BPA Suite aan te schaffen. Alleen in BPA kon je BPMN modelleren, vervolgens een zogenaamde BPEL Blueprint genereren, dit openen in JDeveloper en wijzigingen weer de weg terug sturen om het BPMN model in BPA te consolideren. AquaLogic BPM kon beide niet: het zag er zeker wel uit als BPMN, maar gebruikte intern XPDL als beschrijvende taal waardoor het alleen draaide op WebLogic met z’n interne XPDL-engine. Dus het was óf de combinatie van BPA en BPEL, óf AquaLogic met XPDL.Met het huidige BPM portfolio wordt alles net even anders. BPA kan prima bovenop BPM, maar dan is het onderscheidende niet meer het overweg kunnen met BPMN als modelleringstaal. Zeker, je kunt prima BPMN modelleren in BPA en dat 1 op 1 verder modelleren in de vorm van BPMN in de BPM Suite, maar de toegevoegde waarde is dan vanzelfsprekend wel minder. Sterker nog: Oracle BPM rukt op naar de functionaliteit van de BPA Suite. Het meest onderscheidende op dit moment is de vastlegging die BPA ondersteunt van de echt bedrijfskundige aspecten, de zogenaamde business architectuur artefacten. Hierbij valt te denken aan strategische doelen, high level KPI’s, risks en controls en conceptuele modellen zoals Porter’s Value Chain Diagrams. Vervolgens kan met de BPA Suite ook de alignment van de processen op de business architectuur worden gemodelleerd. Bedrijven die deze bedrijfskundige benadering van hun organisatie niet hanteren, zullen daarom uitstekend zonder BPA uit de voeten kunnen. Voor de andere categorie bedrijven blijft BPA in aanvulling op de BPM Suite op dit moment z’n geld zeker waard.
Resumerend
Oracle heeft met BPM11g weer z’n visitekaartje afgegeven van het succesvol samensmelten van productstacks van acquisities. De evolutie van meer dan 5 jaar BPEL ontwikkeling is daarbij effectief gecombineerd met de look en feel en human workflow capaciteiten van AquaLogic BPM. Het resulterende product is bovendien uitgebreid met ondersteuning voor ‘de andere marktstandaard voor procesmodellering’, BPMN2.0. En zoals het software van de laatste generatie betaamt, ontbreken ook de social networking faciliteiten niet. Maar wellicht het meest in het oog springende is toch wel dat Oracle er voor heeft gekozen twee verschillende tools te maken binnen BPM. Allereerst BPM Studio, gebaseerd op JDeveloper en gericht op de bestaande SOA ontwikkelaar. Maar daarnaast het webbased procesmodelleringstool BPM Process Composer gericht op de meer bedrijfskundige procesanalist. Doordat vanuit beide tools kan worden voortgebouwd op werk gedaan in het andere tool, is er grote synergie van werkzaamheden van beide doelgroepen. Oracle krijgt het daarmee daadwerkelijk voor elkaar een brug te slaan tussen Business en IT.
Kortom: Business, teken je droomproces. IT brengt het wel tot leven!
Referenties
1) Bruce Silver’s Oracle BPM Roadmap daags na OpenWorld 2009.
https://www.brsilver.com/2008/09/26/oracle-bpm-roadmap/
2) Oracle BPM product documentatie.
https://www.oracle.com/us/technologies/bpm/index.html
https://www.oracle.com/technology/products/bpm/index.html
3) Oracle BPM product manuals.
https://download.oracle.com/docs/cd/E14571_01/soa.htm
4) Oracle BPM product downloads.
https://www.oracle.com/technetwork/middleware/bpm/downloads/index.html
Download Publicatie (PDF)
Kijk voor alle publicaties op https://www.anewlink.nl/ict/nl/publicaties/
(c) september 2010, A New Link bv, www.anewlink.nl.
Meer weten?
Wilt u meer weten over
onze diensten? U kunt altijd vrijblijvend contact met ons op nemen via
+31 (0)316 26 90 96 of stuur een email naar info@anewlink.nl
+31 (0)316 26 90 96 of stuur een email naar info@anewlink.nl